Het gebeurt sneller dan je denkt. Je kind komt uit school en roept “Mag ik afspreken?”. Als je boft, verzamelen alle ouders van jouw klas op een vaste plek op het plein. Dan hoef je niet ver om de vader/moeder van Jan of Kato te vinden. Soms hebben de kinderen al een uitgesproken idee over bij wie ze willen spelen. Gaat je kind bij de ander spelen, ga dan even na of je daar gemakkelijk kunt komen om je kind op te halen. Hoeveel energie kost dat je? Als ophalen lastig wordt, kun je wellicht vragen of je kind mag blijven tot je partner hem kan ophalen, of uitleggen waar je mee zit en vragen of je kind kan worden thuisgebracht.
Natuurlijk is het ook fijn als er klasgenootjes bij jou over de vloer kunnen komen. Houdt er rekening mee dat wat voor jou heel gewoon is, voor een ander vragen kan oproepen of spannend kan zijn. Zie dat niet als wantrouwen. Het is normaal dat een ouder voorzichtig is in het belang van zijn kind. Het is in het begin best raar om je kind aan een ouder mee te geven die je vrijwel niet kent. Of die persoon nu zichtbaar een beperking heeft of niet. Om eens goed kennis te maken kun je iemand ook uitnodigen voor een kop koffie. Dan kunnen jullie elkaar leren kennen terwijl de kinderen spelen. Zo ziet iemand jou in je vertrouwde omgeving en weet jij voor een volgende keer ook met wie jouw kind meegaat. Vraag ook gerust of je nog iets kunt uitleggen over hoe jij de dingen aanpakt. Zo stel je je kwetsbaar en sterk op. Een dergelijke vraag geeft aan dat jij de ander begrijpt en geeft daarmee een stukje vertrouwen.