Vruchtbaarheidsbehandeling

Lukt zwanger worden bij jullie niet via de natuurlijke weg? Dan kun je een doorverwijzing krijgen naar een gynaecoloog. Deze zal in eerste instantie diverse onderzoeken bij jullie doen. Voor de vrouw betekent dit vaak een (inwendige) echo en de man wordt gevraagd om zaad in te leveren. Afhankelijk van de uitslagen van deze onderzoeken, wordt een behandeling voorgesteld.  Welke behandelingenzijn er en hoe verlopen die ongeveer? Wat is handig om dan te weten?

Vervoer

Voor veel behandelingen moet je met regelmaat voor controle naar het ziekenhuis. Dit kan zomaar eens 5 keer per week zijn. Kun je het ziekenhuis zelf kiezen, houd dan dus goed rekening met de bereikbaarheid en natuurlijk toegankelijkheid.

Medicatie

Bij diverse behandelingen krijg je een recept mee waarmee je een fikse lading medicatie kunt ophalen. Tabletten, capsules en spuiten.

Blind of slechtziend? Zorg dat je het medicatieschema in een voor jou goed leesbare vorm ontvangt. Haal je medicatie op bij de ziekenhuisapotheek. Die heeft vaak alles op voorraad. Dat scheelt je een ritje naar de eigen apotheek.

Vraag de apotheek om  etiketten niet over de brailletekst op de medicatieverpakking te plakken of zorg voor grote etiketten waar je je eigen info op kunt schrijven in groot letter. Krijg je injectiepennen voorgeschreven, vraag of je pennen kunt krijgen waar je telkens de volledige dosering van kunt gebruiken. Voorbeeld: er bestaan pennen van 250, 500 en 1000 cc. Je moet een week lang dagelijks 250 cc spuiten. Dan zal de apotheek je een pen van 1000 en een pen van 500 cc en eentje van 250 cc meegeven. Je zou dan kunnen vragen om meer pennen van 250 cc. Je hebt dan geen hulp nodig bij het instellen van de pen als je de indicator niet kunt lezen. Heb je een partner die dit wel kan, vraag dan of de dosering op een ander moment ingesteld kan worden dan het moment waarop je moet injecteren. Je bent dan niet afhankelijk van je partner op het moment waarop je moet spuiten.

Ovulatietesten

Bij sommige behandelingen is het van belang om te weten wanneer je ovuleert. Dit kan door thuis ovulatietesten te doen. Als dit ingewikkeld of lastig voor je is, kun je vragen of je dagelijks naar het ziekenhuis mag komen om bloed te prikken. In je bloed kan gemeten worden hoever je in je cyclus bent. Meer informatie over ovulatietesten lees je hier.

Injecteren

Om de cyclus van de vrouw kunstmatig op gang te brengen of de rijping van eicellen te stimuleren, worden vaak hormooninjecties voorgeschreven. In het ziekenhuis kun je een uitleg krijgen over hoe je deze injecties bij jezelf moet zetten. Dat klinkt naar en misschien zelfs wat eng. En ja, dat is het ook. Of je nu een beperking hebt of niet. Zie je dit zelf niet zitten, overleg dan of je huisarts of de wijkverpleging iets voor je kan betekenen.

Blind of slechtziend? Dan is jezelf injecteren best een uitdaging, maar niet onmogelijk. Een aantal tips:

  • Droog oefenen: gebruik een pen of potlood om het idee van een handige handgreep en houding te vinden.
  • Een kleine kant en klare spuit moet je ontluchten. Dit is met name omdat het inbrengen van lucht voor jou wat pijnlijk kan zijn. Als je accepteert dat er nog een klein beetje lucht over kan blijven, kun je de spuit met de naald naar boven houden en hem een heel klein stukje induwen. Check dit bij de verpleging in het ziekenhuis of met een ziende erbij, zodat je weet hoe hard/hoe ver – of eerder weinig – je de spuit moet indrukken.
  • Probeer een greep te vinden waarbij je de spuit zo laag mogelijk vast pakt. Vlak boven de naald. Dan kun je met je andere vinger de afstand tot je buik voelen. Dit helpt bij het richten van de naald. Ideaal is als je in die greep ook een vinger vrij hebt om de spuit mee in te drukken. Lukt dit niet, dan kun je proberen om voorzichtig je vingers te verschuiven als de naald in je zit.
  • Op de naald zit een heel smal dopje. Dit moet na afloop weer op de naald. Dit is hoe je dat het veiligst doet: het dopje vanaf je vingers, die de spuit vasthouden, over de huls richting de naald bewegen. Laat het dopje langs de naald glijden. Je vindt dan het uiteinde zonder jezelf te prikken.
  • Voor het opwekken van de eisprong wordt vaker een middel gebruikt dat je zelf thuis moet prepareren. Je krijgt hiervoor capsules met poeder en vloeistof mee. Deze moet je breken, mengen en optrekken in een spuit. Als je kunt zien is het al gepriegel, met weinig zicht helemaal en er mag niets misgaan.  Bespreek in het ziekenhuis hoe jullie dit het best kunnen aanpakken. Wellicht kun je op de prikdag langskomen voor een kant-en-klare injectie. Het tijdstip waarop deze wordt gegeven, komt erg nauw. Het kan dus zijn dat de poli dan al gesloten is.
  • Zie je het echt niet zitten om de prikken zelf te doen? Overleg dan met je huisartsenpraktijk of de wijkverpleging of zij kunnen helpen.

Zaad inleveren

Tijdens het behandelingstraject wordt de man gevraagd om zaad in te leveren. In sommige ziekenhuizen ben je verplicht om dit in het ziekenhuis te produceren. Soms is het ook mogelijk om dit thuis te doen. Vaak kan dit alleen als je gegarandeerd snel weer in het ziekenhuis kunt zijn om het in te leveren. Waarschijnlijk krijg je twee potjes mee. Dit is omdat ze de verschillende stoten van je zaadlozing apart willen hebben. Op de potjes staat wat de bedoeling is. Bedenk even wat voor jou helpt om de potjes op een juiste manier uit elkaar te houden. De lab-assistent wil je in het ziekenhuis vast even wegwijs maken in de kamer die je krijgt toegewezen. In de ruimte liggen vaak erotische boekjes en kun je de tv aanzetten, als dat jou helpt. Misschien heb je dat helemaal niet nodig en kun je prima zelf voor het resultaat zorgen.